Dramalab

deel-logo woordDramalab wordt gegeven in de hoofdvestigingsplaats in Londerzeel.

De leerlingen volgen dit vak 1x per week, gedurende 1 uur.  
 
Elk jaar wordt er gewerkt rond een thema. Via dit thema laat de leraar de leerlingen in aanraking komen met allerlei soorten artistiek materiaal. Theater, poëzie, literatuur, dans, film, beeldende kunst, muziek, fotografie, comedy, enzovoort. Via gezamenlijke analyse, groepsgesprekken en creatieve opdrachten leren de leerlingen dit materiaal kennen en hun blik verruimen. Dankzij deze waaier aan materiaal kunnen de leerlingen inspiratie opdoen voor hun hoofdvak(ken) speltheater/verteltheater/theatermaken/kleinkunst.  
 
Het vak heeft een eigen kalender die bij het begin van het schooljaar aan de leerlingen wordt bezorgd door de verantwoordelijke leerkracht. Op die kalender staat te lezen wanneer er les is en wanneer niet. De leerlingen gaan gedurende het jaar naar een 5-tal theatervoorstellingen gaan kijken (danstheater, teksttheater, kindertheater …) die zullen aansluiten bij het thema. Per bezochte voorstelling mogen er drie lesuren geschrapt worden. Elke voorstelling wordt grondig voorbereid én nabesproken in de les. Ook is het belangrijk dat er regelmatig contact blijft tussen de leerlingen en de leerkracht. Die laatste zorgt voor een goede spreiding van de voorstellingen en houdt daarbij rekening met vakanties en examenperiodes. Aan die voorstellingen is een extra kost verbonden.  
 
Een voorstelling dient als aanleiding om een bepaald theatergenre, een theatergezelschap of auteur grondig te bespreken. Aan de hand van recensies, videofragmenten, tekstfragmenten,.. worden de leerlingen geïnformeerd. Dit zorgt ervoor dat de kijkervaring veel dieper gaat, je weet waar je op kan letten, je zíet veel meer. Nadat een voorstelling is bijgewoond, wordt die klassikaal besproken. De leerlingen leren zo om een eigen artistieke mening te vormen en hierover met elkaar in discussie te gaan.  
 
In de loop van het schooljaar ontvangen de leerlingen hun creatieve opdracht voor het toonmoment. Ze krijgen in de les tijd om hieraan te werken en worden hierbij ondersteund door de leerkracht.